Les 5: De relatie tussen mens en dier

Lager onderwijs - 2e graad , 3e graad
Gezelschapsdieren
Duur: 50 minuten
Les

In deze les zien de leerlingen een concreet verhaal over een hond die een thuis krijgt, maar later naar het asiel moet. Ze onderzoeken daarin de relaties tussen alle betrokken personages. Van daaruit bedenken ze wat de voordelen zijn voor mens én huisdier in hun wederzijdse relatie. Ze zien in hoe veranderlijk de relatie tussen mensen en dieren is, van de prehistorie tot nu, maar ook op kortere termijn. Via stellingen geven en beargumenteren ze hun mening over die relatie.

Beginsituatie

  • De leerlingen weten dat mensen gezelschapsdieren houden.
  • De leerlingen weten dat elk dier specifieke behoeften heeft, en dat een eigenaar daar rekening mee moet houden.

Tip! Geef eerst de twee lessen van het thema dierenwelzijn, zodat de leerlingen een goede basis hebben om van te vertrekken. In Les 3: Gezelschapsdieren ontdekken de leerlingen de soorteigen kenmerken van de gezelschapsdieren. In Les 4: Een dier in huis zien de leerlingen in dat er voorwaarden zijn bij en gevolgen zijn aan het houden van een huisdier.

Lesdoelen

  • De leerlingen weten dat er redenen zijn om een gezelschapsdier in huis te halen, maar ook redenen om een gezelschapsdier weg te doen.
  • De leerlingen zien in dat er voordelen zijn voor de mens om gezelschapsdieren te houden. Ze denken na over de voordelen voor het dier.
  • De leerlingen tonen interesse in de geschiedenis en de kwaliteit van de relatie tussen mens en dier.

Eindtermen

  • WT 1.26*
De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
  • MM 1.1*
De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.
  • MM 3.8
De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert.
  • MM 3.9*
De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders.

Vooraf

  • Druk het verhaal van Pluche af om voor te lezen (zie bijlage 1).
  • Zet de foto’s bij het verhaal digitaal klaar, of druk ze af om ze te laten zien (zie bijlage 2).
  • Druk de 36 kaartjes af met de elementen uit het verhaal en knip ze uit. Zorg dat er zeker voor elke leerling één kaartje is (zie bijlage 3).
  • Kies het niveau voor de geschiedenis van de hond. Druk de strookjes af voor elke groep en knip ze uit (zie bijlage 4 of bijlage 5).
  • Noteer de stellingen voor de afsluiter op flappen, of druk de stellingen af op A3 (zie bijlage 6).

1. Prikkel: Het verhaal van Pluche

Vertel het verhaal van Pluche terwijl je de foto’s toont (zie bijlage 1 en bijlage 2).

Gebruik de werkvorm Kom bij mijDjapo) om de relaties tussen de elementen in het verhaal te onderzoeken. Geef elke leerling een willekeurig kaartje (zie bijlage 3).

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.