Les 7: Dierenwelzijn in de landbouw

Lager onderwijs - 2e graad , 3e graad
Landbouwdieren
Duur: 50 minuten
Les

De leerlingen spelen opnieuw het kaartspel 'Verzin het maar' om hun geheugen over de landbouwdieren op te frissen. Aan de hand van de werkvorm Wat zal het zijn? (© Djapo) stellen ze criteria op voor een landbouwbedrijf dat tegemoet komt aan de behoeften van koeien, varkens, schapen of kippen. Ze ontwerpen een boerderij voor een van de vier dieren en toetsen hun ontwerp nadien af aan de criteria.

Beginsituatie

  • De leerlingen weten wat landbouwdieren zijn. (zie Les 6: Landbouwdieren)
  • De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van de vijf vrijheden, ingevuld voor de koe, het schaap, het varken of de kip. (zie Les 6: Landbouwdieren)

Lesdoelen

  • De leerlingen kunnen in overleg criteria bepalen voor een eindresultaat.
  • De leerlingen kunnen oplossingen bedenken om tegemoet te komen aan dierenwelzijn op een eigen ontworpen boerderij.
  • De leerlingen kunnen hun ideeën voor een boerderij-inrichting onder woorden brengen.
  • De leerlingen denken na over de werkwijze om aan een eindresultaat te werken op basis van vooropgestelde criteria.

Eindtermen

  • MM 1.3°
De leerlingen tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen.
  • MM 4.8
De leerlingen kunnen suggesties geven voor het inrichten van hun eigen omgeving.
  • SV 3
De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
  • LL 3
De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.
  • MV 1.6
De leerlingen kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven.
  • NL 2.5
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: vragen van de leerkracht in verband met een behandeld onderwerp beantwoorden.
  • NL 2.6
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten.

1. Prikkel: Herhaling van het kaartspel

Laat de leerlingen opnieuw het kaartspel ‘Verzin het maar’ spelen, zodat ze de behoeften van de landbouwdieren opfrissen. (zie Les 6: Landbouwdieren)

Tip! Als je Les 6: Landbouwdieren niet gegeven hebt, raadpleeg ze dan op deze website om het kaartspel af te drukken.

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.