Les 2: Het welzijn van dieren

Lager onderwijs - 1e graad
Dierenwelzijn
Duur: 25 à 50 minuten
Les

De leerlingen verkennen wat zij nodig hebben om zich goed te voelen. Van daaruit ontdekken ze wat dieren nodig hebben voor een goed welzijn. Door voorwerpen te sorteren volgens de vijf symbolen van dierenwelzijn zien ze hoe mensen voor dieren kunnen zorgen (eten en drinken, woning, verzorging, geen angst of stress, normaal gedrag voor hun soort).

Beginsituatie

  • De leerlingen weten dat mensen, dieren en planten met elkaar verbonden zijn, en dat ze allemaal op onze wereld thuishoren.
  • De leerlingen weten dat mensen, dieren en planten onderling verbonden zijn en zo samen een netwerk vormen.

Lesdoelen

  • De leerlingen verwoorden welke elementen zij zelf nodig hebben om goed te leven.
  • Ze weten dat ook dieren bepaalde dingen nodig hebben om goed te leven en vergelijken dat met de dingen die ze zelf nodig hebben.
  • De leerlingen weten dat dierenwelzijn onderzocht kan worden aan de hand van vijf symbolen.

Eindtermen

  • WT 1.22
De leerlingen kunnen bij de verzorging van dieren en planten uit hun omgeving zelfstandig basishandelingen uitvoeren.
  • WT 1.26*
De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
  • MM 1.1
De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.

Vooraf

1. Prikkel: Dit heb ik nodig

Verken wat leerlingen nodig hebben om te leven aan de hand van enkele vragen in een kringgesprek. Toon het hartje of het balletje en zeg dat wie het vastheeft, aan het woord mag.

Spreek een leerling aan, stel de vraag en gooi dan het balletje naar de leerling. Als de leerling geantwoord heeft, spreekt die een andere leerling aan, stelt hem dezelfde vraag en gooit het balletje.

Laat per vraag een aantal leerlingen aan het woord en vraag dan het balletje terug om een nieuwe vraag te stellen.

  • Wat heb jij nodig om te leven?
  • Wat heb jij nodig om je goed te voelen?
  • Wie heb jij nodig om je goed te voelen?

Zorg dat elke leerling minstens één keer aan het woord geweest is. Vat samen wat de leerlingen geantwoord hebben.

Om goed te leven heb je allerlei dingen nodig: eten, rust, speelgoed, vrienden, een gezin, een huis, verzorging, muziek …
(Vul aan volgens wat de leerlingen geantwoord hebben.)

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.