Les 2: Mensen zorgen voor dieren

Kleuteronderwijs - Oudste kleuters
Dierenwelzijn
Duur: 25 minuten + (vrij) spelen en werken + 10 minuten afronden
Les

De kleuters herhalen de vijf subthema’s (voeding, woning, verzorging, angsten, natuurlijk gedrag) uit Les 1: Dieren voelen zich goed, en maken kennis met de bijbehorende symbolen. De kleuters werken in verschillende hoeken om te leren zorgen voor dieren en verdienen zo een diploma.

Beginsituatie

  • De kleuters kunnen voorbeelden geven van dingen die zowel mensen als dieren doen: eten, rusten, bewegen, spelen, bang zijn …
  • De kleuters weten dat mensen en dieren veel van die dingen op een andere manier doen.

Lesdoelen

De kleuters weten dat dierenwelzijn onderzocht kan worden aan de hand van vijf symbolen.

Eindtermen

  • WT 1.2
De kleuters tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur.
  • WT 1.13
De kleuters tonen een houding van zorg en respect voor de natuur.
  • WT 1.3
De kleuters kunnen met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur.

Vooraf

  • Bepaal hoe je wilt werken. Er zijn verschillende opties:
    • Alle kleuters moeten alle activiteiten doen en elke kleuter krijgt een diploma.
    • Elke kleuter moet minstens twee à drie van de activiteiten gedaan hebben en elke kleuter krijgt een diploma.
    • Alle activiteiten moeten door minstens enkele kleuters gedaan zijn en de klas krijgt een diploma. De kleuters zijn vrij om te kiezen.
  • Druk de symbolen van dierenwelzijn in het groot in kleur af (zie bijlage 1).
  • Druk – afhankelijk van de gekozen werkwijze – het klasdiploma en de pictogrammen in het klein, of per kleuter een diploma af (zie bijlage 2 of bijlage 3).
  • Richt enkele plaatsen in de klas in volgens de symbolen.
    Hang de grote symbolen van dierenwelzijn op de juiste werktafel en zet de materialen klaar:
    • Eten en drinken via knippen en plakken
      Druk het werkblad van de dieren in zwart-wit af.
      Druk de foto’s van hun eten in kleur af en knip ze in strookjes, zodat een kleuter met een strookje en een werkblad aan de slag kan (zie bijlage 4).
    • Huisje via puzzelen
      Druk de puzzels af in kleur – op stevig papier of gelamineerd – en knip ze in stukken, volgens het niveau van de kleuters (zie bijlage 5).
    • Verzorging via rollenspel
      Leg de pleisters en de windels klaar en zet de speelgoeddieren in de poppenhoek.
    • Niet bang zijn via schrijfmotoriek
      Druk het werkblad met de foto’s af van de dingen waar dieren bang voor kunnen zijn op stevig papier (zie bijlage 6).
    • Kunnen doen als een echt dier via parcours
      Maak een parcours dat de kleuters moeten doorlopen. Gebruik de foto’s van de dieren om aan te tonen hoe de kleuters moeten bewegen (zie bijlage 7). Zet aan de start een mand of bak met wat speelgoed en aan het einde een lege mand of bak. Ze nemen telkens als ze door het parcours lopen een speelgoedje mee.

1. Prikkel: Weet je het nog?

Leg de link met de vorige les. Verwijs naar de vijf dingen waarrond ze gewerkt hebben.

We hebben al gewerkt rond dieren. Daarin zijn we te weten gekomen dat …

  • dieren andere dingen eten dan mensen;
  • dieren anders rusten dan mensen;
  • mensen en dieren goed verzorgd moeten worden;
  • dieren bang zijn voor andere dingen dan mensen;
  • dieren andere dingen graag doen dan mensen.

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.