Les 6: Dit is de veeteelt
De leerlingen schatten in of ze een goed beeld hebben van de veeteelt en kijken naar een informatief filmpje over een pluimveehouderij. Ze bouwen het schema op van broedei tot maaltijd, zowel voor vlees- als legkippen. Ze zien in dat een pluimveehouder zich in een complexe situatie bevindt, waar aandacht voor dierenwelzijn slechts één element van is. De leerlingen herhalen de vijf vrijheden van dierenwelzijn en begrijpen dat er ook wettelijke voorschriften zijn waar dierenwelzijn in wordt vastgelegd. Tot slot proberen ze zelf verder kijken naar de vijf vrijheden en denken ze na over mogelijkheden om het positief welzijn van boerderijkippen te bevorderen.
Beginsituatie
- De leerlingen weten bij voorkeur dat dierenwelzijn onderzocht kan worden aan de hand van vijf vrijheden. (zie Les 2: Dierethiek en dierenwelzijn)
Lesdoelen
- De leerlingen beseffen dat hun eet- en koopgedrag beïnvloed wordt door hun beeld van de landbouwsector.
- De leerlingen krijgen een realistisch beeld van de landbouwsector en meer specifiek van het traject dat kippeneieren en kippenvlees afleggen van de boerderij tot bij de consument.
- De leerlingen oefenen op het innemen van een ander perspectief.
- De leerlingen begrijpen dat een pluimveehouder met veel verschillende factoren rekening moet houden om zijn bedrijf goed te kunnen runnen.
- De leerlingen weten dat er wettelijke voorschriften zijn om tegemoet te komen aan enkele behoeften van landbouwdieren.
Eindtermen
2e graad
- 7.7°
2e graad
- 7.8
2e graad
- 9.4
2e graad
- 11.5
2e graad
- 2.3
2e graad
- 2.9
2e graad
- 2.10
2e graad
- 2.10
2e graad
- 2.11
3e graad
- Stam
3e graad
- Stam
3e graad
- Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling
3e graad
- PAV BSO
3e graad
- PAV BSO
3e graad
- PAV BSO
3e graad
- Nederlands ASO, KSO, TSO
3e graad
- Nederlands ASO, KSO, TSO
Vooraf
- Kies de elementen uit de lesvoorbereiding die passen bij jouw leerlingen en zoek daarvoor het nodige materiaal.
- Overweeg om deze les transversaal aan te pakken, door de activiteiten in verschillende vakken te integreren.
1. Prikkel: De veeteelt vandaag
Schrijf de woorden vlees, dierlijke producten en veeteelt op het bord.
- Wat is de link tussen deze termen? (Vlees en andere dierlijke producten komen op de markt via de veeteelt.)
- Wat betekent het woord veeteelt dan? (Het houden van dieren, zodat je de eieren, de melk of het vlees kunt gebruiken om te verkopen.)
Gebruik de werkvorm Richtingaanwijzer (© Djapo) om de mening van de leerlingen te verkennen over de veeteelt.
Teken op het bord twee schalen onder elkaar met uiterst links ‘niet akkoord’ en uiterst rechts ‘akkoord’. In het midden schrijf je ‘ik twijfel’. Nummer de schalen met 1 en 2.
Geef de leerlingen ieder twee post-its en leg hen achtereenvolgens twee stellingen voor.
Stelling 1: Ik heb een goed beeld van de veeteelt vandaag.
Stelling 2: Ik laat me in mijn koop- of eetgedrag leiden door mijn beeld van de veeteelt.
Geef de leerlingen per stelling wat tijd om na te denken en een mening te formuleren.
Op de post-it noteren ze hun naam en hun standpunt, gestaafd door een argument. Ze kleven hun post-it op de plaats op de schaal die met hun mening overeenkomt.
Meer bekijken en materiaal downloaden?
Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.