Les 6: Het konijn

Lager onderwijs - 1e graad
Gezelschapsdieren
Duur: 50 minuten
Les

In een speels doolhof ontdekken de leerlingen weetjes over konijnen. Ze leren meer over de behoeften van konijnen via de vijf symbolen van dierenwelzijn (eten en drinken, woning, verzorging, geen angst of stress, normaal gedrag voor hun soort). Ze zetten die behoeften om naar regels die ze visueel maken met verkeersborden.

Beginsituatie

  • De leerlingen weten dat het konijn vaak als gezelschapsdier gehouden wordt.
  • De leerlingen weten dat dierenwelzijn onderzocht kan worden aan de hand van vijf symbolen (zie thema dierenwelzijn).

Tip! Geef eerst de twee lessen van het thema dierenwelzijn, zodat de leerlingen een goede basis hebben om van te vertrekken.

Lesdoelen

  • De leerlingen weten dat konijnen specifieke behoeften hebben.
  • De leerlingen zien in dat konijnen geen knuffeldieren zijn.
  • De leerlingen beseffen dat je als baasje van een konijn bepaalde regels moet volgen.

Eindtermen

  • WT 1.5
De leerlingen kunnen bij organismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving.
  • WT 1.16
De leerlingen kunnen met enkele voorbeelden aantonen dat energie nodig is voor het functioneren van levende en niet-levende systemen en kunnen daarvan de energiebronnen benoemen.
  • WT 1.22
De leerlingen kunnen bij de verzorging van dieren en planten uit hun omgeving zelfstandig basishandelingen uitvoeren.
  • WT 1.26
De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
  • MM 1.4
De leerlingen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen, erover praten en aangeven dat deze op elkaar inspelen.
  • MM 1.7
De leerlingen hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden.

Vooraf

  • Lees wat achtergrondinformatie over konijnen. Neem een kijkje op de website http://huisdierinfo.be/zoogdieren/konijn.
  • Druk de kaartjes van het rooster recto verso af. Knip ze uit en hang ze klaar op het bord voor de les begint (zie bijlage 1).
  • Druk de oplossing en de vragen van het rooster voor jezelf af (zie bijlage 2).
  • Druk de prenten van de konijnen af (zie bijlage 3).
  • Druk de verkeersborden af (zie bijlage 4) of neem eigen verkeersborden.
  • Druk de symbolen van dierenwelzijn af of gebruik de symbolen uit een vorige les (zie bijlage 5).
  • Druk de kaartjes van de konijnen af en knip ze uit, zodat er zeker een kaartje per leerling is (zie bijlage 6).

1. Prikkel: Het konijnendoolhof

Wijs naar de kaartjes die je op het bord hebt gehangen (zie bijlage 1). Draai kaartje 4D om en vertel aan de leerlingen dat dat het startpunt is.

Dit is het konijnendoolhof. Konijnen wonen onder de grond in gangen. Jullie worden nu een groep konijnen en gaan een gang in. De bedoeling is dat jullie bij de slaapkamer uitkomen om gezellig samen een dutje te doen. Maar het is erg donker in de gangen, dus zien jullie niet waar jullie heengaan. Ik vertel jullie telkens hoe de gang verder gaat. Bij elk kruispunt moeten jullie een vraag oplossen over konijnen, over jezelf dus.

Duid om de beurt een leerling aan om het volgende vakje aan te duiden op de matrix. Na vakje D4 gaan ze naar D3, vervolgens naar E3 enzovoort.
Als je bij een kruispunt komt, toon je de foto en geef je hen de keuzemogelijkheden (zie bijlage 2 en bijlage 3).

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.