Les 8: Het verhaal van de boer

Lager onderwijs - 2e graad , 3e graad
Landbouwdieren
Duur: 50 minuten
Les

De leerlingen schrijven samen per vier een verhaal, terwijl ze een geheim element in het verhaal moeten verwerken. Zo ontdekken ze dat een landbouwer behalve dierenwelzijn met veel andere elementen rekening moet houden. Ze ontdekken dat niet alleen de landbouwer een invloed heeft op dierenwelzijn, maar dat ook consumenten en het beleid daar een rol in spelen. Aan de hand van stellingen oefenen ze op hun inlevingsvermogen van de verschillende partijen en denken ze na over hun eigen mening.

Beginsituatie

  • De leerlingen weten wat landbouwdieren zijn.
  • De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van de vijf vrijheden, ingevuld voor de koe, het schaap, het varken of de kip.
  • De leerlingen hebben zelf oplossingen bedacht om tegemoet te komen aan dierenwelzijn op een eigen ontworpen boerderij.

Lesdoelen

  • De leerlingen denken na over hoe een boer voor het welzijn van de dieren kan zorgen.
  • De leerlingen weten dat een boer met verschillende factoren rekening moet houden bij het runnen van een veeteeltbedrijf.
  • De leerlingen beseffen dat zowel de boeren, als de consumenten en het beleid een invloed hebben op het welzijn van landbouwdieren en kunnen daar voorbeelden van geven.

Eindtermen

  • MM 1.3
De leerlingen tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen.
  • MM 2.2
De leerlingen kunnen met een zelf gekozen voorbeeld illustreren hoe de prijs van een product tot stand komt.
  • LL 3
De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.

Vooraf

  • Kies de elementen uit de lesvoorbereiding die passen bij jouw leerlingen en zoek daarvoor het nodige materiaal.

1. Prikkel: Wat weten we al?

Herhaal de inzichten uit de vorige lessen. (Zie les 6: Landbouwdieren en les 7: Dierenwelzijn in de landbouw)

  • Landbouwdieren zijn dieren die gehouden worden voor hun vlees, melk, eieren of andere dierlijke producten.
  • Dierlijke producten liggen in de winkel in de vorm van vlees, melk, eieren, kaas, room en boter, en zitten ook verwerkt in andere (voedings)producten.
  • Landbouwdieren hebben behoeften. Dat hebben we geleerd met het kaartspel ‘Verzin het maar’. Wie kan er een weetje opsommen uit het kaartspel?
  • Is het eenvoudig om te zorgen voor dierenwelzijn in de landbouw? Hoe is de oefening voor jullie verlopen?

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.