Les 9: De dierentuin van de toekomst

Secundair onderwijs - 1e graad
Exotische dieren
Duur: 50 à 100 minuten, afhankelijk van de klasgroep en van welke elementen je uit de lesvoorbereiding haalt
Les

De leerlingen gaan georganiseerd in debat, waarbij de helft van de groep een lijst met argumenten voor het bestaan van dierentuinen krijgt, en de andere helft een lijst met argumenten tegen het bestaan van dierentuinen. Daarna gebruiken ze de argumenten die in het debat naar voren kwamen om samen na te denken over hoe de dierentuin van de toekomst eruit zou moeten zien.

Beginsituatie

  • De leerlingen kennen de geschiedenis van dierentuinen in grote lijnen en ze weten dat dierenwelzijn steeds belangrijker is in de dierentuinen in onze streken. (zie Les 8: De functie van dierentuinen)
  • De leerlingen weten dat dierentuinen vandaag meer doen dan dieren tonen en kunnen daar enkele voorbeelden van geven. (zie Les 8: De functie van dierentuinen)

Lesdoelen

  • De leerlingen weten dat de meningen over het bestaansrecht van dierentuinen verdeeld zijn en kennen argumenten van beide standpunten.
  • De leerlingen gebruiken de vijf vrijheden van dierenwelzijn om na te denken over het welzijn van dieren in dierentuinen.
  • De leerlingen denken na over manieren om meer aandacht te schenken aan dierenwelzijn in dierentuinen.

Eindtermen

A-stroom en B-stroom

  • 7.2°
De leerlingen gaan respectvol en constructief om met individuen en groepen in een diverse samenleving. (attitudinaal)

A-stroom en B-stroom

  • 7.7
De leerlingen onderbouwen een eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen, thema’s en trends met betrouwbare informatie en geldige argumenten. (transversaal)

A-stroom en B-stroom

  • 7.12
De leerlingen lichten de complexiteit en verwevenheid van duurzaamheidskwesties toe. (transversaal)

A-stroom en B-stroom

  • 2.4
De leerlingen selecteren relevante informatie in geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte informatieverwerking en communicatie.

A-stroom en B-stroom

  • 15.4
De leerlingen maken onderbouwde keuzes aan de hand van aangereikte criteria en aangereikte strategieën.

A-stroom en B-stroom

  • 5.1
De leerlingen bewaken in interacties hun eigen fysieke en mentale grenzen.° (transversaal - attitudinaal)

A-stroom en B-stroom

  • 5.2
De leerlingen houden in interacties rekening met de opvattingen, fysieke en mentale grenzen en emoties van anderen.° (transversaal - attitudinaal)

A-stroom

  • 2.8
De leerlingen nemen deel aan schriftelijke en mondelinge interactie in functie van doelgerichte communicatie.

B-stroom

  • 2.7
De leerlingen nemen deel aan schriftelijke en mondelinge interactie in functie van doelgerichte communicatie.

Vooraf

  • Kies de elementen uit de lesvoorbereiding die passen bij jouw leerlingen en verzamel daarvoor het nodige materiaal.

1. Prikkel: Kort herhalen

Herhaal de inzichten uit de vorige les over de evolutie van de dierentuinen: van de menagerieën (verzamelingen wilde, exotische dieren in kleine kooien om naar te komen kijken) bij de rijke mensen een paar honderd jaar geleden, naar de eerste dierentuinen en dierencircussen tot de groeiende aandacht voor dierenwelzijn in de dierentuinen vandaag. (zie Les 8: De functie van dierentuinen)

  • Enkele eeuwen geleden haalden rijke mensen exotische dieren naar hun domein, of ze kregen ze cadeau. Het houden van exotische dieren bezorgde hen veel aanzien. Daaruit ontstonden verzamelingen wilde, exotische dieren in kleine kooien om naar te komen kijken. Dat noemt men ook wel menagerieën.
  • Naast die eerste dierentuinen ontstonden er ook dierencircussen: met dieren om tentoon te stellen of om hen onder dwang dingen te laten doen.
  • Later werd het gebruik van grote exotische dieren in circussen hier verboden, omdat ze niet voldoende welzijn voor de dieren konden garanderen. Ook in dierentuinen werden de regels verstrengd wat dierenwelzijn betreft.

Herhaal ook enkele voorbeelden van activiteiten die dierentuinen vandaag doen.

  • Dierentuinen moeten grote inspanningen doen om het welzijn van hun dieren te garanderen. Er wordt ook van hen verwacht dat ze meer doen dan het tentoonstellen van dieren.
  • Welke activiteiten van dierentuinen hebben we in de vorige les benoemd? (Bijvoorbeeld:
    • Onderzoeken en behandelen van gestrande dieren
    • Kweekprogramma’s met bedreigde diersoorten
    • Onderzoek
    • Opvangen van illegale dieren (indien mogelijk)
    • Steunen van lokale projecten
    • Dieren weer uitzetten in het wild
    • Dierenonderzoek promoten bij jongeren
    • Kinderen iets bijleren over dieren
    • Ontwikkelen van onderzoekstechnieken)

Meer bekijken en materiaal downloaden?

Maak een account aan en ontdek het volledige educatieve aanbod over dierenwelzijn.