Landbouwdieren

Iedereen is vrij om zijn eigen keuzes te maken wat betreft het eten van vlees en dierlijke producten. Het is belangrijk dat die keuzes zo doordacht en bewust mogelijk zijn. Met Oog in oog werk je daar al van in het onderwijs aan, door de kinderen en jongeren te informeren, door hen te leren onderzoeken en door hen te laten nadenken over hun eigen mening.

Een realistisch beeld van landbouwdieren

De meeste landbouwbedrijven lijken niet meer op de kleinschalige, rustieke boerderijtjes die we in de kinderboekjes tegenkomen. Langs de andere kant zijn de beelden van wanpraktijken die door dierenrechtenactivisten publiek gemaakt worden evenmin representatief voor de hele sector.

Daarom proberen we in het thema landbouwdieren een zo juist mogelijk beeld te scheppen van de landbouwsector, door onder andere realistische foto’s te gebruiken, en de oudere kinderen en jongeren bewust te maken van waar vlees en andere dierlijke producten vandaan komen.

De rode draad doorheen deze lessen blijft het kader van de vijf vrijheden, dat de kinderen en jongeren hebben leren kennen in het thema dierenwelzijn.

Landbouwdieren en dierenwelzijn in de klas

In de lessen staat het welzijn van landbouwdieren centraal, maar we tonen ook dat het verhaal complexer is. Landbouwers moeten immers rekening houden met rendabiliteit, concurrentie en regelgeving.

In de kleuterklas en de eerste leerjaren ontdekken kinderen spelenderwijs de behoeften van de koe, het varken, het schaap en de kip. In de hogere graden van het lager onderwijs koppelen we dit aan vlees en andere dierlijke producten, en leren de kinderen ook over de rol van de landbouwer. In het secundair onderwijs staat de kip centraal en bekijken jongeren het thema vanuit verschillende perspectieven. Zo leren ze onderzoeken, expliciteren en hun mening beargumenteren.